PILOTPROJECT T.B.V. DE IMPLEMENTATIE VAN ENERGIEBEHEER:
De
participanten van dit project waren de faculteiten Elektrotechniek en
Technische Natuurkunde (EL/TN-gebouw) en het Sportcentrum (SC). Bij de eerste confrontatie
met de participanten was er een zekere latente aversie te bespeuren in de
houding van de gebruikers. In mijn hoedanigheid van energiecoördinator gaf ik
een explicatie van het inhoudelijke van energiemanagement, dat meer gericht is
op het coöperatieve-element van partijen. Gewezen werd op het feit dat
energiemanagement natuurlijk meer is dan het toepassen van geavanceerde
energietechnologie, het impliceert een bilaterale benadering t.a.v. het
energieverbruik. Naarmate het project vorderde transformeerden de gebruikers
zich snel naar ware actoren. Een en ander betekent dat door het verstrekken van
informatie en communicatie men toch gestimuleerd wordt om over energieaspecten
na te denken.
MONITORINGSSYSTEEM
Omschrijving
van de blokken in het monitoringssysteem:
PROCES
Het
proces is te vergelijken met het energieverbruik (Ev) van een gebouw t.w.:
ü
Gasverbruik
[m3]
Het
gasverbruik wordt veroorzaakt door twee componenten t.w.:
ü
Warmteverbruik
[GJ]
Het
warmteverbruik is nodig voor de ruimteverwarming.
ü
Elektriciteitsverbruik
[KWh]
Het
elektriciteitsverbruik is het gevolg van:
ü
Waterverbruik
[m3]
Het
waterverbruik wordt veroorzaakt door:
Voor
het proces zijn de invloedsfactoren van grote importantie o.a.:
METINGEN
(Eg)
De
metingen worden verricht middels gasmeters, KWh-meters, warmtemeters en
debietmeters. Door een mathematische operatie worden uit de meterstanden de
verbruiken berekend.
NORMSTELLING
(En)
De
normstelling wordt bepaald uit statistische gegevens en uit berekeningen. Wat
de statistische gegevens betreft, dit zijn de graaddagen, gramuren, bedrijfstijd
etc. De berekeningen hebben een causaal verband met de ontwerpcondities en het
exergetisch gedrag van diverse technische systemen. Voor een genuanceerde
normstelling is een nauwkeurige inventarisatie van de technische installatie
nodig. Het is evident dat het exergetisch gedrag van het betreffende gebouw een
significante rol speelt.
VERGELIJKING
(ε)
Indien
de normstelling en het actuele verbruik geen deviatie vertonen dan is geen
actie nodig. Bij een negatieve deviatie moet onderzocht worden waar zich
energie-dissipaties bevinden en eventuele verspilling aanwezig is. Bij een
positieve deviatie is actie nodig in verband met b.v. een defecte meter.
REGELAAR
(ACTIE)
Deze
bestaat uit het ingrijpen in het proces b.v.:
·
Isolatie
·
Ventilatie
·
Verwarming
en koeling
·
Verlichting
·
Behavioraal
·
Motivatiecampagne
·
Milieuaspecten
Het
monitoren en de normatieve vaststelling van het energieverbruik is mogelijk met
behulp van twee modellen t.w.: